Over parallelle artiestenlevens: Louise De Hem en Albert… | MSK Gent
Ga naar inhoud (Enter)

Over parallelle artiestenlevens: Louise De Hem en Albert Baertsoen (1866-1922)

Baertsoen en De Hem op ca 18 jarige leeftijd
Links: Louise De Hem, ca.1884. Foto: Archief Stedelijk Museum, Ieper/ Rechts: Albert Baertsoen, ca.1884. Foto: Nestor Schaffers. Familiearchief Baertsoen

De organisatie van twee tentoonstellingen en het opmerkelijke, zij het toevallige samengaan van het door beide kunstenaars gedeelde geboorte- én sterftejaar (1866-1922) vormen de directe aanleiding om leven en werk van Albert Baertsoen en Louise De Hem onder de loep te nemen. Zijn de verschillen tussen beide kunstenaarscarrières talrijker dan de overeenkomsten, toch lopen artiestenlevens in het fin de siècle opmerkelijk parallel, zonder dat er sprake hoeft te zijn van directe verbanden.

Laat ons starten met de verschillen. In tegenstelling tot Baertsoen was De Hem van relatief eenvoudige komaf en kon ze niet steunen op de financiële welstand noch het culturele netwerk dat Baertsoens Gentse familie bood. Werkend in het meer provinciale Ieper zocht De Hem haar heil in het officiële kunstleven en bleef ze gedurende haar gehele kunstenaarscarrière de kringen van de grote salontentoonstellingen in België en erbuiten trouw. Baertsoen daarentegen was in meer gediversifieerde, ook meer progressieve tentoonstellingskringen actief. Het belangrijkste verschil tussen beide kunstenaars schuilt in hun onderwerpen. Waar De Hem uitblonk als schilder en pasteltekenaar van figuren, stillevens en interieurs, werd Baertsoen internationaal als een van de belangrijkste kunstenaars van het stadslandschap beschouwd.

Is het na de frappante verschillen dan zoeken naar overeenkomsten? Die zijn er wel degelijk.

Uit hun beider biografie blijkt dat ze een passie hadden voor muziek (en er beiden zelfs de lokale kranten mee haalden). Zowel De Hem als Baertsoen kregen privé-onderricht buiten de academies om, de eerste van haar inwonende schoonbroer Théodore Ceriez – voor vrouwen waren de academiepoorten per definitie gesloten –, de andere in de ateliers van Gustave Den Duyts en Jean Delvin.

Beide kunstenaars debuteerden ook als tieners: De Hem in Spa in 1885 (en eind dat jaar met een kleine individuele tentoonstelling in het Ieperse stadhuis), Baertsoen reeds in 1882 in Antwerpen. Nog een markante overeenstemming: beide namen voor het eerst aan de Parijse Salon deel in hetzelfde jaar, in 1888.

Opgemerkte deelnames aan de grote tentoonstellingen in België en Frankrijk stilden overigens hun ambitie niet om zich verder te bekwamen: zowel De Hem als Baertsoen zouden nadien verder studeren in Parijs, De Hem eerst bij de gevierde schilder Alfred Stevens, vervolgens aan de al even befaamde Académie Julian (1889-91), Baertsoen in de ateliers van Henri Gervex en Alfred Roll (1893).

Overeenkomsten zijn er tevens in het succes dat beiden kenden en de grote schare verzamelaars die ze hadden op internationaal vlak, zij het in verschillende milieus. Voor hun ruime atelier, annex burgerwoning in respectievelijk Vorst en Gent kozen ze beiden een Brusselse art nouveau-architect; bij De Hem was dat Ernest Blérot, bij Baertsoen Georges Hobé. Foto’s van de interieurs tonen de spatieuze plek waar hun werk ontstond, maar ook het burgerlijke karakter van hun leefwereld.

En nog een laatste opmerkelijke parallel: nauwelijks twee jaar na haar debuut schonk De Hem in 1887 een typerend stilleven van haar hand aan het MSK, een opmerkelijk voorbeeld van ‘product placement’ van de jonge kunstenares. Baertsoen van zijn kant, die in 1895 het schilderij Sneeuwmorgen in Vlaanderen. Touwslagers op de vesten aan het museum van zijn geboortestad verkocht, schonk in de periode 1903-07 een reeks prenten, waaronder De Kromboomssloot in Amsterdam (II), een van zijn meest succesvolle etsen. Tijdens de jaarovergang 1906-07 ging hij met de hem kenmerkende generositeit ten aanzien van collega-kunstenaars in tegen de museumcommissie die prenten van hem wou aankopen. Baertsoen wees een verkoop van de hand en schonk het gevraagde aan het MSK. Het vrijgekomen budget werd gespendeerd aan twee etsen van Armand Rassenfosse, met wie de kunstenaar rond dezelfde tijd was bevriend geraakt.

De tentoonstelling Albert Baertsoen in het MSK Gent is helaas alweer voorbij, maar een bezoek aan Ieper en de tentoonstelling Louise/Edith in het Yper Museum wordt warm aanbevolen (tot 12 maart 2023).

Alle info via www.ypermuseum.be/louise-edith.