Klederdracht uit Dithmarschen en omgeving, uit Braun-Hogenbergschen Städteatlas, Eiderstedt, Föhr, Nordstrand, Ockholm, Sylt, Stapelholm, ca. 1598

De plaat met drie rijen gekostumeerde figuren illustreert de geschiedenis van Dithmarschen die in de tekst van Georg Braun wordt gegeven. De boerenrepubliek Dithmarschen lag in Sleeswijk-Holstein tussen de Noordzee, de Elbe en de Eider. In 1447 werd de wet van Dithmarschen opgesteld en werd de regio een onafhankelijke, welvarende staat. De vruchtbare moerasgebieden werden door dijken beschermd tegen overstromingen, en de boeren die het land bewerkten ontwikkelden een uitgesproken gevoel van eigen identiteit, versterkt door het feit dat talrijke pogingen om hun grondgebied te veroveren mislukten. Pas in 1559 werd Dithmarschen veroverd en verdeeld tussen de hertog van Sleeswijk-Holstein-Gottorp, de hertog van Sleeswijk-Holstein-Hadersleben en de koning van Denemarken. De gekostumeerde figuren illustreren, van links naar rechts, gewapende mannen, gehuwde en ongehuwde vrouwen uit Dithmarschen en gehuwde en ongehuwde vrouwen uit Eiderstedt, gevolgd door kledingstijlen uit Eiderstedt, Ockholm, Nordstrand en Haderstedt en tenslotte door kostuums van de eilanden Föhr, Sildia en Stapelholm.